Het regenwater vloeit door het filtergebied waar het biologisch gezuiverd wordt door de micro-organismen in het wortelsysteem van de waterplanten. Ze worden hierbij geholpen door de lavasteentjes die een substraat vormen waar de micro-organismen zich aan vasthechten.
Het voorgefilterde water wordt opgevangen in een geschikte regenwatertank. Deze is voorzien van een overloop die bij voorkeur aansluit op een bodeminfiltratie (put, vijver, gracht). Een pomp verdeelt het water via een apart watercircuit in het gebouw of in de woning.
Achter de pomp plaatsen we eventueel een mechanische filter met verwisselbare patronen of een volautomatische versie met terugspoelmechanisme.
Als de voorraadtank dreigt leeg te komen in een periode van langdurige droogte kan water vanuit het drinkwaternet automatisch worden toegevoegd. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit te realiseren maar het is belangrijk dat altijd de bovenvermelde basiscriteria van gescheiden drinkwater/regenwater worden gerespecteerd.
Voor de plantenfilter dient een minimale oppervlakte van 5% van de geprojecteerde dakoppervlakte die naar de filter afvloeit voorzien te worden. Soms is het ook mogelijk om (een deel van) de zuivering op een plat dak uit te voeren of, in het geval van grote opvangbekkens, met drijvende planteneilanden te werken.